Fantasie en werkelijkheid
Jonge kinderen kunnen eigenlijk nog geen onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Er zit geen duidelijke grens tussen en ze fantasie en werkelijkheid loopt dus door elkaar. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is mogelijk in de ogen van een jong kind. Als jij een gevaarlijk dier nadoet, dan kan je kind dus plotseling bang worden omdat hij opeens denkt dat je echt een gevaarlijk dier bent.
Waarom hebben kinderen fantasie?
Kinderen hebben niet zomaar fantasie, niet om zomaar lekker te kunnen spelen, maar fantasie heeft daadwerkelijk een hele belangrijke functie voor de (sociaal-emotionele) ontwikkeling van je kind. Door fantasie en spel worden hele belangrijk sociale vaardigheden ontwikkeld, namelijk het sociaal inzicht en empathie.
Wat gebeurt er namelijk bij fantasiespel? Je kind stelt zich een bepaalde situatie voor en vervolgens bedenkt hij hoe dat kan zijn voor zichzelf en voor de ander. Vervolgens gaat je kind allerlei reacties naspelen en in feite oefent hij daarmee met gedrag dat hij later in echte situaties kan gaan toepassen. Dat is dus al een heel belangrijke stap in het zich leren verplaatsen in anderen.
Daarnaast helpt fantasiespel om de dingen die je kind mee maakt te verwerken. Door gebeurtenissen na te spelen, krijgt je kind grip op wat er om hem heen gebeurt en kan hij leren omgaan met de emoties die daarbij vrijkomen. Fantasiespel kan ook helpen om je kind voor te bereiden op een toekomstige gebeurtenis. Gaat je kind voor het eerst naar school? Vindt hij het spannend om naar de tandarts te gaan? Speel het na, zodat je kind spelenderwijs leert ontdekken wat hem te wachten staat.
Magisch denken
De manier van denken van jonge kinderen wordt ook wel ‘magisch denken’ genoemd. Het komt er op neer dat kinderen hun kennis aanvullen met fantasie. Ze vullen de werkelijkheid dus aan met fantasie. Dat is de reden dat jouw kind van allerlei dingen verzint, hij maakt van een houten blokje een telefoon, de pop is een echte baby etc. Je zult ook merken dat je kind de werkelijkheid naspeelt, spelen is voor hem een manier om het echte ‘grote mensen’ leven te begrijpen en een plekje te geven.
Fantasiespel zorgt ervoor dat je kind op onderzoek uitgaat naar nieuwe dingen en het leert je kind om zich te verplaatsen in een ander.
Kinderen kunnen ook denken dat zij met hun gedachten kunnen beïnvloeden wat er gebeurt. Dat maakt dat kinderen zich ook kunnen schamen voor wat ze denken of dat ze zich schuldig voelen als er iets naars gebeurt. Peuters kunnen denken dat de nare gebeurtenis komt, door wat zij dachten.
Fantasievriendjes
‘Hapje voor Luuk, hapje voor Tygo.’ Tygo? Wie is dat nou weer? Maak kennis met het fantasievriendje van je peuter. Het lijkt een beetje gek, alsof je kind spoken ziet, maar een fantasievriendje is heel normaal in het leven van een peuter. Heel veel peuters zijn in het rijke bezit van zo’n vriendje. Een fantasievriendje kan je kind helpen om de wereld te ontdekken op een veilige manier. Het fantasievriendje durft namelijk vaak veel meer en het kan je kind soms net dat extra steuntje in de rug geven.
Geeft je kind zijn fantasievriendje de schuld als hij zelf ondeugend is geweest? Dat is het teken dat je kind begint te leren wat wel mag en wat niet mag. Als je kind zijn denkbeeldige vriendje de schuld geeft, dan komt dat waarschijnlijk omdat hij het schuldige gevoel nog niet goed kan verdragen. Het is makkelijker om boos te worden op iemand anders, dan op zichzelf. Daarom zie je ook vaak dat het kind dan ook daadwerkelijk boos wordt op zijn denkbeeldige vriend. Het voelt fijner om boos te worden op je fantasievriendje, want die zegt toch niks terug, dan op jezelf.
Het is een teken dat het geweten van je kind zich gaat ontwikkelen, gaat leren wat wel mag en wat niet mag, zonder dat je kind de schuld en de schaamte in alle heftigheid ervaart. Het denkbeeldige vriendje maakt dat hij deze gevoelens meer indirect gaat ervaren en het dus ook beter kan handelen.
Wanneer jouw kind zijn denkbeeldige vriendje de schuld geeft, betekent dat dus eigenlijk dat je kind door heeft dat hij iets gedaan heeft dat niet ok is. Je kind liegt niet op het moment dat hij zijn vriendje de schuld geeft, maar zoekt naar een manier om om te gaan met zijn gevoel. Je kunt hierop reageren door te zeggen: ‘Heeft Tygo dat gedaan? Dat mag echt niet hoor, ook Tygo mag alleen een koekje pakken als mama zegt dat hij dat mag pakken. Wil jij even tegen Tygo zeggen dat hij het de volgende keer even moet vragen?’
Zorg er wel voor dat je kind niet onder de consequentie van zijn gedrag uitkomt, door zijn fantasievriendje de schuld te geven. Heeft zijn denkbeeldige beste vriend er één grote bende van gemaakt? Dan zeg je: ‘Dat is heel vervelend zeg. Gelukkig ben jij zijn vriend en kun jij Tygo helpen om de boel op te ruimen.’
Maak je niet al te veel zorgen over het denkbeeldige vriendje van je kind. Zie het als een soort steuntje voor je kind, die hij blijkbaar nog nodig heeft om met de echte wereld te kunnen dealen. Vrijwel altijd verdwijnt het fantasievriendje als je kind ouder wordt.
Als fantasie verandert in angst
Kinderen nemen nog alles letterlijk en ze kunnen daarom erg schrikken of verbaasd kijken als jij beeldspraak, spreekwoorden of uitdrukkingen gebruikt. Op de opmerking ‘Ik krijg grijze haren van jou’, zal je kind reageren door onderzoekend naar je haar te kijken. ‘Huh, mam? Ik zie niks.’ Of wanneer jij zegt dat je het hele huis ondersteboven hebt gekeerd om je sleutels te vinden, kan je kind daar echt even van in paniek raken. Lach je kind dan niet uit, hij snapt daadwerkelijk niet wat je bedoelt. Neem zijn angst serieus, maar ga er niet teveel in mee.
Stimuleer de fantasie van je kind
Laat je kind zoveel mogelijk ontdekken en onderzoeken. Bemoei je niet teveel met zijn spel en laat hem vooral lekker zijn gang gaan. Heb jij ook wel eens een compliment gegeven aan je kind, omdat hij zo lekker aan het spelen was en was het leuke spel vrij snel daarna over? Dat komt omdat jij hem uit zijn fantasie hebt gehaald. Onderbreek je kind zijn spel niet steeds door allerlei vragen te stellen of spelsuggesties te bedenken.
Je kind vindt het fantastisch om jou na te doen, dus geef hem materialen waarmee hij dat kan doen. Een pan en een pollepel zijn al genoeg om middagen zoet te zijn. Hoe echter het materiaal waarmee hij mag spelen, hoe meer zijn spel tot leven kan komen.
Wil je meer weten over hoe het werkt in het hoofd van je kind? En wat er in hem omgaat?
Download dan het gratis e-book 'Ontdek hoe jouw kind de wereld ervaart' en ontdek waarom je vaak precies het verkeerde lijkt te zeggen als je kind boos, verdrietig of dwars is.