Het belang van zelfstandig kunnen én mogen zijn
Kinderen moeten de hele dag van alles. Wij bepalen, als ouders, een heleboel voor kinderen. Denk maar eens aan waar we vandaag naar toe gaan, of ze naar de BSO gaan of naar opa en oma, hoe laat ze wat lekkers mogen, wat er in hun lunchtrommel zit etc. etc.
Het is goed om te weten dat het voor een kind (voor volwassenen trouwens ook) heel belangrijk is om het gevoel te hebben dat hij zelfstandig kan én mag beslissen. Op het moment dat hij die zelfstandigheid heeft, voelt hij zich namelijk serieus genomen. Hij heeft dan het gevoel dat zijn mening er óók toe doet en dat hij niet klakkeloos hoeft te volgen wat jij zegt.
Daar groeit zijn zelfvertrouwen van en hij heeft het gevoel dat hij echt iets kan. Hij krijgt het gevoel competent te zijn. Deze behoefte aan zelfstandigheid en competentie (ik kan en mag het zelf) ontstaat niet pas als je kind een grote mond krijgt en zijn mening ook duidelijk laat horen, het begint al veel vroeger. Het begint al in de peuterleeftijd. Het moment dat je kind ontdekt dat hij een eigen identiteit heeft en een eigen mening heeft. Precies vaak ook het moment dat het opvoeden echt een uitdaging kan gaan worden.
Als je kind het gevoel heeft dat je hem niet serieus neemt, dan maakt hem dat kribbig en boos. Dat zorgt ervoor dat hij zijn kont tegen de krib gaat gooien. Hij heeft namelijk soms best goede ideeën (dat vindt hij in elk geval zelf), maar daar is geen ruimte voor, omdat hij altijd moet doen wat jij zegt. Hij zet dan gewoon zijn hakken in het zand.
De manier waarop je het brengt kan heel veel verschil maken in de reactie van je kind. Als je kind het gevoel heeft dat er niet alleen maar óver hem beslist wordt, maar dat hij zelf ook iets te zeggen heeft. Als hij het gevoel heeft dat zijn mening er ook toe doet, zal je merken dat je kind ook veel sneller mee gaat werken.
Maar hoe doe je dat nou?
Hoe kan je je kind een keuze geven, zonder dat hij vervolgens alles kan bepalen? Hoe kan je je kind inspraak geven, terwijl jij toch degene bent die de touwtjes in handen blijft hebben?
Het kan heel erg helpen om je kind te laten kiezen uit twee alternatieven die jij allebei goed vindt. Je kind heeft dan het gevoel dat hij inspraak heeft en dat hij een keuze heeft en is dan veel eerder bereid om mee te werken.
In de afbeeldingen staan verschillende voorbeelden van hoe je bepaalde opdrachten om kan buigen, zodat je kind het gevoel heeft dat hij kan kiezen, maar wel binnen jouw kaders.
Ik ben heel benieuwd naar je reactie. Ga jij het uitproberen?
Vond je dit interessant? En wil je hier graag meer over weten? Bestel dan het boek ‘Supermama’s bestaan niet’ of download alvast gratis het eerste hoofdstuk.