Samen spelen - samen delen
Wat leren kinderen van samenspel?
Door samen met andere kinderen te spelen leren kinderen om met elkaar om te gaan. Op je beurt wachten, rekening houden met een ander, samenwerken, allemaal dingen die je kind leert wanneer hij met een ander speelt.
Als kinderen 4 jaar zijn wordt samenspelen steeds belangrijk. Zowel op school als thuis. Kleuters doen heel vaak ‘alsof’-spelletjes en rollenspelen. Dit is goed voor hun fantasie en het is hun manier om te leren omgaan met de werkelijkheid. Ze vertalen als het ware hetgeen ze zien in de volwassen wereld, naar hun spel. Dat is ook de reden dat kinderen vaak exact jouw zinnen nazeggen wanneer ze vadertje en moedertje spelen.
Hoe ouder het kind wordt, hoe beter het lukt om regels met elkaar af te spreken en zich daar ook aan te houden. Kleuters van 4 jaar kunnen eenvoudige spelletjes in tweetallen spelen, met meerdere kinderen is er vaak nog wel hulp van een volwassene nodig. Wanneer een kleuter 5 jaar is, gaat het samenspelen met meerdere kinderen alweer veel beter.
Hoe vaker het kind kan oefenen (dus wanneer het bijvoorbeeld naar het kinderdagverblijf gaat of wanneer hij thuis broertjes en zusjes heeft), hoe makkelijker het samenspelen en samen delen over het algemeen zal gaan.
Omgaan met winst en verlies
Veel kinderen zijn dol op gezelschapsspelletjes. Buiten dat het leuk is, is het ook heel leerzaam. Zowel op cognitief gebied (want je kind leert bijvoorbeeld tellen, kleuren en dergelijke), maar vooral ook op sociaal vlak. Want bij het spelen van een spel, krijgt je kind ook te maken met het winnen of verliezen van een spel. En zal hij dus tegelijkertijd moeten leren omgaan met teleurstellingen. Want hoe reageer je als je verliest?
Delen
Delen is voor jonge kinderen nog heel moeilijk. Ze zijn erg gehecht aan ‘hun eigendommen’ en doen er alles aan om ervoor te zorgen dat het ook van hen blijft. In de leeftijd tussen 2 en 3 leren kinderen om af en toe hun speelgoed te delen. Dit is nog wel heel erg afhankelijk van de omgeving en de situatie waarin het kind zich bevindt. Het is voor een kind echt heel belangrijk dat hij erop kan vertrouwen dat hij het speelgoed ook weer terug krijgt.
Vanaf een jaar of 3 gaan kinderen keuzes maken met wie ze willen delen. Hoe aardiger hij het andere kind vindt, hoe groter de kans dat hij zijn speelgoed wil delen.
Echt goed delen, kunnen kinderen pas vanaf een jaar of 7. Vanaf dat moment gaan kinderen zelfs plezier krijgen in het weggeven van dingen. Dat is namelijk ook weer een manier om in contact te komen met anderen. De grens van wat je wel weg kunt geven en wat je niet weg kunt geven is soms lastig voor kinderen van deze leeftijd. Daar hebben ze nog hulp bij nodig.
Hoe kun je je kind leren delen?
Je kind is pas vanaf zijn 7e jaar echt in staat om te delen, maar je kunt voor die tijd uiteraard al wel beginnen met leren delen.
- Dwing delen niet af. Kinderen die moeite hebben met het delen van, bijvoorbeeld, hun speelgoed, gaan alleen maar met hun hakken in het zand staan, wanneer ze per se moeten delen.
- Grijp niet te snel in, wanneer je kind niet wil delen. Vaak zijn kinderen prima in staat om samen te overleggen wie waar mee mag spelen. Merk je dat ze er zelf niet uitkomen? Dan kun je altijd nog helpen, door bijvoorbeeld voorstellen te doen hoe je kind een compromis kan sluiten.
- Spreek samen met je kind af welk speelgoed je even weglegt, als er visite komt. Zo hoeft je kind zijn allermooiste speelgoed niet te delen, als hij dat niet wil. Betekent wel, dat hij er op dat moment zelf ook even niet mee kan spelen.
Wil je meer weten over hoe het werkt in het hoofd van je kind? En wat er in hem omgaat?
Download dan het gratis e-book 'Ontdek hoe jouw kind de wereld ervaart' en ontdek waarom je vaak precies het verkeerde lijkt te zeggen als je kind boos, verdrietig of dwars is.