Grenzen stellen en regels
Grenzen stellen bij je kind en ervoor zorgen dat je kind zich aan de regels houdt, het is zo makkelijk nog niet.
‘Dan heb ik het precies zo gedaan, als ik gelezen heb dat het moet én dan nog accepteert hij mijn grens niet…’
Deze zin hoor ik heel vaak voorbijkomen. Je hebt duidelijk uitgelegd waarom iets niet mag, je bent consequent gebleven, je hebt begrip getoond en de gevoelens erkend en dan nog is je kind boos of begint hij heel hard te huilen als jij nee hebt gezegd.
Maar weet je… Dat is het punt niet. Het is niet zo als jij precies de juiste dingen zegt, dat je kind dan niet boos of verdrietig is. Of niet meer dwars. Het is geen kwestie van de juiste knoppen indrukken en dan gebeurt het zoals jij het wil. Je kind is geen marionet.
Het betekent simpelweg dat jouw kind nog moet leren omgaan met nee.
Je hoeft dus niet net zo lang uit te leggen waarom je geen spelletje wil spelen, totdat je kind braaf zegt: ‘Ok mam’ en weer lief verder gaat spelen.
Dat is een utopie. Je kind is een kind en het is heel passend (ja ook heel irritant) gedrag om daarbij steeds de grenzen op te zoeken.
Je hoeft dus niet eindeloos te blijven uitleggen en verantwoording af te leggen aan je kind waarom jij een keuze maakt.
Nee is ook OK.
Soms lijkt het wel of moeder zijn gelijk staat aan volledige zelfopoffering, het wegcijferen van jezelf en je eigen leven in het teken te laten staan van je kind. Als mijn kind gelukkig is, dan ben ik het ook.
Maar dat betekent niet, dat je dan ook maar alles moet doen volgens de wensen van je kind. Je bent er namelijk zelf ook nog.
Soms heb je geen zin een spelletje of in duplo torens bouwen of het aankleden van de barbies. En dat mag. Je hoeft niet het speelkameraadje van je kind te zijn. Als je kind heel lief aan je vraagt of je alsjeblieft mee wil spelen, dan mag jij gerust ook NEE zeggen. Sterker nog, het is heel belangrijk dat je dat met regelmaat doet. In de foto’s deel ik een aantal voorbeelden hoe je dat op een positieve manier kunt doen.
Ik zeg altijd, je kunt pas goed voor een ander zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt. Net zoals de stewardessen ook altijd instrueren om in geval van nood eerst het eigen zuurstofmasker op te zetten, voor je die van je kind op zet.
Jezelf wegcijferen voor je kind is dus niet ‘part of the job’, iets wat er nu eenmaal bij hoort als je kinderen hebt. Nee. Je hoeft niet tóch dat spelletje te doen, omdat je kind anders verdrietig wordt. Je kind vindt het misschien niet leuk als jij nee zegt, maar dat hoeft ook niet.
Laten we met elkaar afstappen van het idee dat kinderen alles leuk moeten vinden. Het doel van opgroeien en opvoeden is dat je in een veilige omgeving wordt voorbereid op de echte wereld. En in die echte wereld hoort je kind ook af en toe nee.
Jouw nee van vandaag, helpt hem om straks met de tegenslagen van de toekomst om te gaan.
Je hoeft niet alles te overleggen
Je hoeft niet alles te overleggen met je kind. Ook in een warme, liefdevolle opvoeding kun je gewoon de leiding nemen. Daar heeft je kind zelfs behoefte aan.
‘Wat wil jij, liefje?’
‘Vind je het ok als we niet vandaag maar morgen naar de speeltuin gaan?’
‘Ik wil liever niet dat je met het speelgoed gooit, schatje. Dan gaat het stuk.’
‘Wil je alsjeblieft even luisteren?’
‘Schatje, ik heb nu al 10 keer gevraagd of je de iPad weg wilt leggen. Nu wil ik echt graag dat je naar me luistert.’
Liefdevol opvoeden, op een warme geduldige manier met je kind omgaan, betekent niet dat je alles moet overleggen met je kind.
Hoeveel je ook van je kind houdt en hoe gelijkwaardig je hem ook wilt behandelen. Je bent geen gelijke aan elkaar. Je kind als een gelijkwaardige behandelen, betekent dat je hem respecteert en naar hem luistert. Maar het is belangrijk om niet te vergeten dat jij de ouder bent en daarmee ook degene die de leiding heeft of in ieder geval zou moeten hebben.
Het is niet de bedoeling dat je overgeleverd bent aan de nukken en grillen van een 5-jarige, die bepaalt hoe jullie dag verloopt.
Je hoeft niet alles aan je kind te vragen of toestemming te vragen. Je bent hem geen verklaring schuldig.
Kinderen hebben baat bij grenzen en regels
Kinderen hebben baat bij duidelijke regels en grenzen. (Jonge) Kinderen hebben van nature gewoon de drang om de wereld te ontdekken, wat gebeurt er allemaal ? Wat is er mogelijk? Wat kan ik al? Wat kan ik niet? Wat mag ik allemaal? En wat mag ik niet? Etc.
Hoe lastig ook, het is maar goed dat kinderen deze natuurlijke drang hebben, want het is gewoon nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het zorgt ervoor dat kinderen gaan lopen, gaan praten, sociale contacten aangaan etc.
Als ouders is het onze taak om kinderen te stimuleren in deze ontwikkeling, maar waar nodig ook te begrenzen. Net zoals een voetbalwedstrijd zonder regels geen bal aan is, gaat het in je gezin ook mis als er geen regels zijn.
Regels bieden houvast, duidelijkheid en veiligheid. Het is fijn als een kind weet wat er van hem verwacht wordt en ook weet welke reactie hij van zijn ouders kan verwachten op bepaald gedrag. Daarom is het ook zo belangrijk dat je voorspelbaar bent in je reactie, zo weet je kind waar hij aan toe is. Als je de ene dag lacht om je kind als hij stiekem een koekje pakt en de andere keer heel boos wordt, creëert dat een onveilige situatie, omdat je kind niet weet waar hij aan toe is. Dat is ook niet goed voor het zelfvertrouwen van je kind.
Regels zijn geen extra belasting voor je gezin, het is juist een ontlasting. Hoe meer je kinderen weten waar ze aan toe zijn, hoe duidelijker de gang van zaken is, hoe makkelijker een regel ook geaccepteerd zal worden.
Jonge kinderen zoeken heel vaak de grens op. Ze proberen uit wat er allemaal mogelijk is en testen keer op keer uit of het niet ‘toevallig’ nu wel een keer mag. Het is heel belangrijk dat je consequent blijft en ervoor zorgt dat je grens duidelijk blijft. Ook als je kind er verdrietig van wordt, een driftbui van krijgt of zegt dat je een ‘stomme mama’ bent. Nogmaals, het feit dat je kind daar boos of verdrietig van wordt, betekent niet dat je het verkeerd hebt aangepakt, hij kan gewoon nog niet goed omgaan met nee.
Leg uit waarom iets niet mag, dat creëert begrip bij je kind, maar je hoeft dit niet oeverloos te herhalen. 1x, 2x, hooguit 3x en daarna is het einde discussie.
Hoe duidelijker je hierin bent; des te eerder zal je kind jouw nee accepteren, omdat hij voelt dat er niks meer te halen valt.
Zeg eens eerlijk: hoe duidelijk ben jij nu wanneer jij een grens stelt of wanneer jij nee zegt? Laat je in je antwoord nog, al is het maar een klein beetje, ruimte over? Als een kind ruimte voelt, dan zal hij het pakken. Dan blijft hij zeuren. Je kind kan 10x iets vragen, omdat jij hem ook 10x de mogelijkheid biedt om erover door te gaan. Als je na 1 of 2x gelijk duidelijk zou zijn, dan zou het daar waarschijnlijk ook bij blijven.
Het helpt ook in dit geval wanneer je aangeeft wat wel mag. Dus in plaats van nee kun je ook zeggen:
🧒🏻: Mag ik op de I pad?
👩🏻🦰 : Vanavond na het eten mag je op de Ipad.
🧒🏻: Mag ik een snoepje?
👩🏻🦰 : Vanmiddag als je uit school komt mag je een snoepje.
Of in plaats van
👩🏻🦰 : Niet op de bank springen dat heb ik nu al 1000x gezegd
⬇️
👩🏻🦰 : Ga even lekker naar de speeltuin, dan kun je daar lekker springen.
Over consequent zijn
Het is belangrijk om consequent te zijn en duidelijk zijn in de regels die je stelt. Maar soms is het ook zo dat je regels achterhaald zijn. En dat je kind dus terecht gefrustreerd raakt van de regels die jullie hebben gesteld. Je kind wordt ouder en situaties kunnen veranderen, waardoor een regel niet meer passend is.
Bij een kind van 2 jaar is de regel ‘Niet aan de afstandsbediening komen heel logisch’, terwijl dezelfde regel bij een kind van 4 eigenlijk overdreven is en tekort doet aan de behoefte aan zelfstandigheid van een kind.
Regels moeten dus ook meegroeien met de leeftijdsfases van een kind, want je wil ook graag dat je kind opgroeit tot een zelfstandig wezen. Een regel moet een kind ook niet belemmeren in zijn ontwikkeling. Een kind van 9 kan best zelfstandig naar school, mits de route een beetje veilig is. Belemmer je kind dus niet met je regels, maar overvraag hem ook niet. Het is voor een kind van 3 best veel gevraagd om een hele kist met duplo zelf op te ruimen.
Consequent zijn is dus belangrijk, maar ook een valkuil waarin veel ouders stappen. Want nee is nee, is soms een heel goed uitgangspunt, maar je moet uitkijken dat consequent zijn niet verandert zijn in star zijn. In sommige gevallen is er namelijk niks mis mee als een nee verandert in een ja. Klik op de link om meer te lezen over consequent zijn.
Regels moeten zinvol zijn
Wat is belangrijk?
Een regel moet in ieder geval zinvol zijn. Je kind moet er iets van leren of het moet hem beschermen tegen gevaar. Daarnaast is het ook belangrijk dat een regel haalbaar is.
Zorg ervoor dat je geen waslijst aan regels hebt, want dan verander je in een politieagent. En dat is niet fijn voor je kind, maar ook niet voor jou. Je bent tenslotte moeder en geen legerofficier.
Pick your battles
Een ander belangrijk punt: Vraag jezelf af: is het de strijd waard? Op sommige, onbelangrijke, punten kun je best een beetje flexibel zijn, juist omdat het dan makkelijker is om standvastig te zijn in de punten waar je wel veel waarde hecht.
Zorg ervoor dat je het over de belangrijkste regels eens bent met je partner, ook weer om die duidelijkheid te verschaffen richting de kinderen.
Regels: Wat past bij welke leeftijd?
Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen zich nu eigenlijk aan regels houden?
Om zich aan regels te kunnen houden, moet je kind dingen kunnen begrijpen, zoals wat het gevolg is van wat je doet. Onder de twee jaar is dit nog te moeilijk. Je kind hoort wel dat het iets niet mag (en kan heel bewust toch doen wat jij verbiedt) en snapt nog niet welk gevolg dit heeft.
Regels voor een kind tot 2 jaar
Voordat een kind zich aan een regel kan houden, moet hij kunnen begrijpen dat er een gevolg zit aan hetgeen wat je doet. In de leeftijd tot 2 jaar hoef je daarom echt nog niet te verwachten dat je kind zich aan regels gaat houden. Dat is nog te moeilijk.
Vanaf 1,5 jaar gaat je kind wel steeds meer begrijpen dat dingen niet mogen, maar in de praktijk zul je daar nog niet zoveel van merken. Je kind hoort wel dat iets niet mag en je ziet hem met grote ogen naar je kijken en dan weet jij, hij weet dondersgoed dat het niet mag… én dan doet hij het toch. Heel frustrerend, maar ontzettend passend bij de ontwikkeling op deze leeftijd.
Jonge kinderen hebben zo’n interne drang om te ontdekken en onderzoeken dat ze jouw ‘nee’ misschien wel horen, maar de wens om te ontdekken is gewoon groter dan jouw afkeurende vinger.
Regels voor een kind van 2 tot 3 jaar
Kinderen van 2 tot 3 jaar krijgen meer besef van regels en kunnen deze steeds beter snappen, maar het is vaak nog wel zo dat ze zich alleen aan de regel houden als jij erbij bent. Kinderen in deze leeftijd snappen nog niet dat de regel net zo goed geldt wanneer jij weg bent. Dat verband kunnen ze nog niet leggen. Net zoals ze zich achter hun handen kunnen verstoppen en dan denken dat jij ze niet kunt zien, zo snappen ze ook niet dat regels blijven gelden, ook als degene die de regel gesteld heeft weg is.
Kinderen leren vanaf 2 jaar dat hun gedrag een positieve of een negatieve reactie opwekt. Alleen kunnen ze dat nog niet verplaatsen naar een andere situatie. Ook dat verband kan een jong kind nog niet leggen. Niet gooien met de duplo, betekent niet automatisch ook ‘niet gooien met de iPad’.
Regels voor een kind van 3 jaar tot 6 jaar
Vanaf 3 jaar gaat een kind dit wel snappen en leert hij ook beter en beter wat de regels zijn. Maar een geweten en dus echt beseffen waarom een regel geldt en waarom het belangrijk is, dat ontstaat pas rond 6 jaar. Voor die tijd kunnen kinderen zich wel aan regels houden, maar doen ze dat voornamelijk om dat dat aan hen gevraagd is, of om lief gevonden te worden of niet stout gevonden te worden.
Regels voor kinderen vanaf 6 jaar
Vanaf een jaar of 6 kun je ook echt afspraken en regels maken, in overleg met je kinderen. Wat vind jij belangrijk? Hoe kunnen we samen nadenken over een oplossing? Hoe meer jij de regels bepaalt, zonder inspraak van je kind, hoe meer hij ook zijn kont in de krib zal gooien. Een kind wil graag belangrijk gevonden worden, wil dat zijn mening er toe doet en wil het gevoel krijgen dat hij het kan. Door je kind inspraak te geven in de regels, geef je hem ook een boost in zijn zelfvertrouwen. Want hij is al groot genoeg om mee te denken, zijn ouders denken dat hij dat kan, dus dan zal het ook wel! De kans dat hij zich aan de gemaakte afspraken gaat houden is heel groot, want hij heeft het immers zelf bedacht!
Afspraken maken met je kind
Nog mooier is het als je afspraken kunt maken, samen met je kind. De geen verlies methode van Thomas Gordon is daarvoor heel geschikt. Die methode gaat in 6 stappen.
Stap 1: Stel samen met je kind het conflict vast (een conflict kan een ruzie zijn, maar kan ook iets zijn waarin jullie andere behoeftes hebben).
Zo was bij ons thuis de aard van het conflict de iPad. De kinderen vonden dat ze er te weinig op mochten en ik werd gek van het continue gezeur om dat ding.
Stap 2: Mogelijke alternatieve oplossingen bedenken
Bedenk zoveel mogelijk oplossingen die mogelijk zouden kunnen helpen. Schrijf alles op, ook al denk je bij jezelf: ‘Echt niet, gekkenwerk’. Door alles op te schrijven en hier geen oordeel aan te verbinden, geef je je kind het gevoel mee dat je zijn mening serieus neemt. Ook zorgt het ervoor dat je kind niet blokkeert, omdat hij denkt dat het gek is wat hij zegt.
Stap 3: Bekijk de oplossingen en bespreek de voor- en nadelen
Loop de oplossingen langs en bekijk de haalbaarheid, bespreek wat de voor- en de nadelen zijn van de oplossing.
Stap 4: Een oplossing kiezen
Bekijk samen wat de beste oplossing is voor jullie allebei. En kies een oplossing waar jullie allebei tevreden mee zijn.
Stap 5: Zoek uit hoe jullie deze oplossing kunnen uitvoeren
Stap 6: Evalueer na een tijdje of de gekozen oplossing werkt
Door op deze manier afspraken te maken, leg je niet jouw wil op, waardoor je kind automatisch gaat steigeren, maar je hoeft ook niet te accepteren wat jij absoluut niet wilt. Jullie kiezen iets waar jullie samen achter staan. Het fijne hiervan is, dat je hiermee echt luistert naar wat je kind belangrijk vindt en je kind luistert naar jou. Hierdoor ontstaat wederzijds begrip voor elkaar en dat komt de zaak echt ten goede.
Dit hoef je natuurlijk niet voor iedere regel in huis te doen, over sommige regels wil je helemaal geen inspraak. Maar kijk eens over welke regel je kind wel inspraak kan hebben.
Het mooie daaraan is, dat wanneer je kind voelt dat hij serieus genomen wordt en het gevoel heeft dat er naar hem geluisterd wordt, hij ook eerder naar jou zal luisteren.
Mijn motto is:
‘Beweeg mee waar dat kan, dan kun je grenzen stellen waar dat moet.’
Hoe ga je ermee om als je kind over de grenzen heengaat?
Straf of gevolg?
Maar ja, wat doe je dan als je kind de regels overtreedt? Als je kind echt voortdurend de regels overtreedt dan is er niets mis mee om daar een consequentie aan te verbinden.
Je hoort tegenwoordig van alles over niet straffen en belonen. De gedachte (heeeel summier gezegd) daarachter is dat je onvoorwaardelijk van je kind moet houden of hij nu iets doet wat niet mag of niet.
En die gedachte is prachtig. Alleen in de praktijk zie ik dat het ouders weerhoudt om echt grenzen te stellen. Want ja, ik wil mijn kind niet straffen.
In mijn blog ‘Het grote misverstand over straffen’ ga ik hier uitgebreid op in.
Maar in het kort: het is belangrijk om er voor te zorgen dat straf ook echt een gevolg is op het gedrag wat je kind laat zien. En daarmee is het eigenlijk geen straf meer, want het is gewoon een logisch gevolg op het gedrag van je kind.
Stel je voor, je kind heeft zijn broertje geslagen.
Dan kun je zeggen: ‘Je mag de hele week niet meer op de iPad!’, maar ja… dat heeft niets te maken met hetgeen er gebeurd is en de kans dat je kind er dan iets van leert is 0,0.
Beter is om ervoor te zorgen dat je kind het goed maakt met zijn broertje, dat is logischer dan een straf én je kind leert ook wat de gevolgen zijn van zijn gedrag.
Als je kind met speelgoed gooit, dan heeft het weinig zin om als straf geen verhaaltje voor het slapen gaan voor te lezen. Ten eerste heeft het niets met elkaar te maken, ten tweede duurt het veel te lang voordat die straf plaats gaat vinden. Tegen de tijd dat je kind naar bed gaat, weet hij allang niet meer waar die straf voor diende. En ook nog eens een dikke kans dat je het ’s avonds dan toch wel sneu vindt (omdat hij niet eens meer weet waar het over gaat) en je dan tóch dat verhaaltje voorleest.
Handiger is dan om bijvoorbeeld te zeggen:
‘Speelgoed is om mee te spelen, als je ermee gooit zet ik het even weg.
Als je kind heel druk aan het spelen is, kan dat je heel erg irriteren. Het is goed om je grens aan te geven en laat weten dat je dat niet wilt hebben. Maar in plaats van de straf:
‘Als je nu nog één keer door het huis rent, stuur ik je naar je kamer.’
Kun je ook zeggen:
‘Als je wilt rennen en vliegen, mag je buitenspelen, daar kun je zo hard rennen als je wilt.’
Want stuur je een kind dat energiek en druk is naar zijn kamer… Dan kan hij helemaal zijn energie niet kwijt. Snap je wat ik bedoel?
Ben je trouwens benieuwd hoe ik denk over het nadenkkrukje ? Klik op de link om het te lezen 😊
Ik kan me voorstellen dat je denkt: ‘Oeh… maar ik weet niet of ik dat in het heetst van de strijd voor elkaar krijg’. En dat is logisch. We moeten wel realistisch blijven met zijn allen. En daarom is het heel belangrijk dat je je grenzen aangeeft, terwijl je zelf nog relatief rustig bent. Er zit namelijk een heel groot verschil in de manier waarop je reageert richting je kind. Er is namelijk niets mis met boos worden op je kind, mits je jezelf nog onder controle hebt. Het wordt pas een probleem wanneer je je grenzen zo ver hebt laten oplopen, dat je écht boos bent en ontploft.
Herken je dat? Meld je dan vooral aan voor het webinar ‘Stop met politieagentje spelen’. Daarin leg ik precies uit waarom het niet meer dan logisch is dat jij regelmatig ontploft als je kind niet luistert én hoe je daar verandering in kunt brengen.
Belangrijk als je kind regelmatig over je grenzen gaat
Maar laten we bij het begin beginnen. Want voordat je kind stelselmatig de regels overtreedt is het van belang om je aandacht te richten op de dingen die wel goed gaan.
Benoem het wanneer je ziet als je kind zich aan de regels houdt (ook als jij vindt dat het heel normaal is), zeg eens ‘dank je wel’ als je kind iets doet wat jij fijn vindt en laat ook zien wat het effect van zijn positieve gedrag is op een ander: ‘Kijk eens, je broertje vindt het fijn dat je hem helpt als hij het moeilijk vindt, super zeg’. Als je dat regelmatig benoemt is dat een heel andere lading dan wanneer je zegt: ‘Lach hem niet steeds uit, dat is echt niet aardig!’. Op het moment dat je kind zijn broertje uitlacht kun je dan ook zeggen: ‘Weet je nog, dat het voor je broertje veel fijner is als je hem helpt?’
Ook een gezonde dosis humor kan helpen. Als je kind iets doet wat niet mag, dan kun je hem heel streng toespreken of je kunt met een knipoog in je stem zeggen: ‘Hee… dat is gek?! Ik zag volgens mij iemand iets doen, waarvan hij best wel weet dat hij daar niet aan mag komen…’ Vervolgens zeg je rustig, maar heel duidelijk, bijvoorbeeld: ‘Doe maar even niet.’ Vaak is dat al genoeg.
Als je kind over je grens gaat
Gaat een kind over jouw grens heen, waarschuw dan altijd! Ook als het iets is waar je je kind al vaker voor gewaarschuwd hebt op andere dagen. Want ook al heb je het al 433 keer gezegd, een jong kind heeft echt die reminder weer even nodig. Vergeet niet dat een kind impulsgedreven is en de drang om het toch te doen groot is. Jouw ‘nee’ is allang weer naar de achtergrond verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor nieuwsgierigheid. Die constante reminder is dus geen kwestie van niet WILLEN luisteren, maar het heeft geen prioriteit.
Als je je kind waarschuwt, vertel dan direct wat je niet wil zien en wat je daarvoor in de plaats wil zien. Als je je kind waarschuwt, geef je hem de mogelijkheid om zijn gedrag te verbeteren en zich wel aan de afspraak te houden.
Luistert hij nog niet? Laat dan ook weten welk gevolg het heeft als hij niet luistert. Door te waarschuwen geef je je kind een kans om te laten zien dat hij het wél kan. Maar het biedt ook veiligheid.
Als je kind opeens een straf opgelegd krijgt, dan zal hij dit vaak als heel oneerlijk ervaren en daar boos van worden. Als je je kind eerst waarschuwt, kan hij een keuze maken om wel of niet door te gaan. Dat helpt dus ook bij het leren nemen van eigen verantwoordelijkheid voor hun gedrag. Je kunt dus bijvoorbeeld zeggen: ‘Of je kiest ervoor om… of …
Keur het gedrag af, niet het kind
Keur altijd alleen het gedrag af en niet het kind zelf. Je herkent het wanneer je zegt ‘Je bént altijd zo onaardig tegen je zusje’. Verander dit in ‘Je dóet onaardig tegen je zusje’. Skip het werkwoord zijn en skip de woorden ‘altijd’ ‘nooit’ etc. Je kind gaat het gevoel krijgen dat je hem als persoon niet meer leuk vindt, terwijl je feitelijk alleen het gedrag niet leuk vindt.
Doe wat je zegt
Doe altijd wat je zegt. Zorg dat je geen loze dreigementen roept, want je kinderen weten heel snel dat je het toch niet doet. Dus heb je gezegd dat je kind geen verhaaltje krijgt voor het slapengaan, dan lees je dus ook echt niet voor. Ook niet als je kind dan heel verdrietig is. Juist dat is een leermoment dat hij het dus de volgende keer anders moet aanpakken.
Niet vergeten
Belangrijk om goed te onthouden. Grenzen opzoeken hoort bij de ontwikkeling van kinderen, net zoals lastig gedrag. Het grootste verschil tussen een gezellig gezin en een gezin vol strijd, is de manier hoe jij op dat (lastige) gedrag reageert.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Meer weten? In het gratis webinar 'Stop met politieagentje spelen' laat ik je zien hoe jij ervoor kan zorgen dat je regels en grenzen beter geaccepteerd worden, zonder dat je daarvoor eerst moet dreigen met straf.
Je kunt je gratis aanmelden via deze link.