Van strijd met je kind naar in gesprek met je kind

De opvoeding van nu is heel anders dan hoe we vroeger zelf zijn opgevoed. Er wordt tegenwoordig veel meer overlegd en samen gedaan. Kinderen mogen vaker aangeven wat zij leuk vinden en wat ze willen doen. Maar die inspraak houdt vaak op wanneer het om lastig gedrag gaat.

Kinderen kunnen namelijk heel goed uitleggen wat zij moeilijk vinden, waar ze boos van worden en wat ze graag zouden willen. Het is een kwestie van de juiste vragen stellen, een open gesprek aangaan en flink wat geduld. Dan kom je echt een heel eind.

Wat er gebeurt als je een conflict hebt, is simpelweg gezegd dat je allebei iets anders wil. Als ouder wil je dat je kind niet door je heen praat, je kind wil dolgraag iets vertellen. Het kind wordt boos, omdat hij niks mag zeggen en zich gepasseerd voelt en jij wordt boos omdat hij steeds door je heen tettert.

Dit is niet zomaar een voorbeeld, dit is exact wat er bij mij thuis gebeurde met mijn middelste zoon. Hij viel ons constant in de rede en als wij dan zeiden dat hij even moet wachten, werd hij woedend!

In een gesprek met hem (4 jaar), vertelde hij dat hij zo bang is dat hij vergeet wat hij wilde zeggen als hij lang moet wachten en dat hij het daarom maar gelijk vertelt. Ook was hij bang dat wij zouden vergeten dat hij nog iets wilde zeggen.

Hij bedacht vervolgens zelf dat hij ook zijn vinger kan opsteken (hij zit net op school), om te laten zien dat hij ook iets wil vertellen. Sinds dat gesprek gaat het stukken beter. We zitten wel regelmatig aan tafel met een jongen met zijn vinger omhoog, maar dat nemen we dan maar voor lief.

Deze manier van aanpak is heel anders dan wanneer ik hem een preek had gegeven in de trant van: ‘Als papa en mama praten, moet jij op je beurt wachten, want… blablabla.’
En ik kan het weten… want dat hebben we ook geprobeerd en dat werkte absoluut niet.

Neem je kind serieus, luister naar hem. Geloof erin dat hij mee kan denken over een oplossing. Je kind zal ook veel eerder een oplossing accepteren als hij hem zelf bedacht heeft. Hij heeft dan het gevoel dat hij mee mag denken, dat hij er toe doet en hij leert tegelijkertijd ook rekening te houden met wat jij wil.

Het vraagt wel oefening. Je moet leren de juiste vragen te stellen, leren luisteren naar wat je kind nodig heeft en je kind zal nog regelmatig ‘ik weet het niet’ zeggen. Denk dan niet direct: ‘Zie je wel, dit wordt niks’, want als je het onder de knie hebt gaat het je zoveel opleveren.


Wil jij leren luisteren naar wat je kind nodig heeft? Het werkboek ’10 praktische opdrachten om de band met je kind te versterken’ helpt je hierbij.